Waar blijft de zon ........

26 februari 2017

Maandag 20 februari tot en met vrijdag 24 februari.

Maandag in de regen vanuit Buchan op weg naar we weten nog niet waar. Dat is iedere dag zo, we zien wel waar we uitkomen, hebben vaak wel een idee maar dat wisselt nogal gedurende de dag.

Over ons campertje niets dan goeds verder. Ze staat moedig in de regen én in de kou. Warm zou het nog niet worden, maar dat wisten we nog niet.
In het campertje treffen we ook een gasfornuisje aan met twee pitten, en verder nog een vergiet, drie sla- of andere dingen die erin kunnen – kommen. Een waterslang (waarvan we dachten dat er iets ontbrak tot een stoere meneer in een ijzerwinkel de dop uit elkaar draaide en het spul toch compleet bleek), een elektriciteitssnoer, teiltje en stoffer en een blik. Ik werd hier even op gewezen door het campertje, een dame wil toch niet dat haar pronkstukken worden vergeten! Het interieur getuigt van smaak, van welke smaak echter heb ik totaal geen idee. Hopelijk heb ik het nu recht gezet waarde camper. We noemen haar voortaan Hummie naar hummingbird, de kolibrie. Klein maar dapper heeft zij heeft ons tenslotte overal gebracht en net als haar naamgenoot reeds een grote afstand afgelegd.

We kwamen in Bairnsdale, en bezochten daar de Krowathunkoolong Keeping Place, een klein museum opgericht om de geschiedenis van de Aboriginals te tonen. Krowathunkoolong is een verzamelnaam voor vijf stammen die in dat gebied leefden.
Wat indruk op mij maakte is dat op scholen meestal geen lessen worden gegeven over de geschiedenis van de Aboriginals. Verdwenen, weggevaagd uit de boeken en uit het (collectieve) bewustzijn. De meneer van het museum vertelde dat er nu soms schoolklassen komen om te leren wat er gebeurd is, een uitzondering nog. Hij benoemde dat zo: some teachers have a heart.
Ik wist niet dat de Aboriginals in deze streek bijna uitgemoord zijn door de blanken in de 19e eeuw. Binnen 30 jaar waren er in dit gebied nog maar 159 over (de schattingen van het oorspronkelijke aantal variëren van 10.000 tot 1000 van deze vijf stammen).
Zij geloven dat na de dood de spirit naar een plaats gaat achter de wolken. Als de Spirit (de ziel, de geest, ik weet niet zo goed het juiste woord) het wil kan deze terugkomen naar de aarde en dwalen over de thuislanden. Nu begrijp ik waarom de wolken hier zo ongelofelijk prachtig zijn, steeds weer anders, en de lucht zo ongelofelijk blauw.
Vanuit de Aboriginals zelf is er een opkomend zelfbewustzijn en een terugkeer naar oude rituelen. De kinderen luisteren weer naar verhalen en leren spelen op de oude manier.
Er hing een poster in de gang: Are you looking for your family? A service for the stolen generation and their families. De kinderen werden weggehaald bij hun ouders om een goed christen te worden en ze op te voeden in de westerse tradities. Bedoeld om ze los te weken van hun eigen cultuur, waarden en rituelen. De cultuur moest in feite verdwijnen. Ook werden er hele families uit elkaar gerukt, dit had te maken met hun huidskleur en afkomst, donker of gemengd. Gemengde kinderen werd de toegang tot het aboriginals reservaat ontzegd.
De Aboriginals hebben geen geschreven taal, zij vertellen en zingen elkaar gedroomde verhalen waarin hun voorouders voorkomen. Songlines: het levende verhaal van ons volk.
Stil gingen wij naar buiten, ik bleef even stilstaan en keek met meer aandacht dan anders naar de lucht.

We reden naar Lake Wellington en stonden daar op een lege camping. De camping had mooi kunnen zijn, maar het was sleets en best wel vies. Het land schreeuwde om aandacht.
We stonden in het zand, onder een prachtige knoestige boom. Het waaide hard, het regende, en aan de rand van het meer woeien we omver.
De volgende ochtend, het was dinsdag (ik moet elke dag noemen want anders raak ik de tijd kwijt), na weer een hele koude nacht, lazen we in de kampkeuken dat je niet onder een boom moet gaan staan omdat de takken afbreken. En natuurlijk stonden wij recht onder zo’n tak. We zwaaiden naar de nieuwe eigenaren en hobbelden de slechte weg weer af in ieder geval richting Melbourne. Mijn gedachten waren even bij de belofte die het land van de camping wel had. Oud land waar eens veel van gehouden was. Hopelijk vinden de nieuwe eigenaren deze liefde terug.

Onderweg in Yarram naar de dokter gegaan want ik had last van blaasontsteking. Van de kou dacht ik maar neen meneer de dokter zei van te weinig drinken. Medicijnen gehaald en op aanraden van een mevrouw in de apotheek reden we naar Tarra Valley. Weer het regenwoud in maar nu de koude versie. En dat met een blaasontsteking! We hadden beter kunnen weten.
De camping was echt de mooiste, de schoonste en de koudste camping tot nu toe. Met gehaakte gordijntjes in de wc en kleedjes op de vloer. Er waren nog twee andere kampeerstellen. Wij kozen een plek uit naast een kabbelend beekje, prettig stimulerend voor de blaas.

Na weer een echt heel erge koude nacht zei ik: Max, genoeg, we gaan weer richting strand. Genoeg kou geleden. Ik word stram en stijf voor mijn tijd. Zelfs mijn krullen zakken uit (het was er namelijk ook erg vochtig). Er is een grens, en die is nu bereikt. Zoveel woorden had ik er niet aan vuil hoeven te maken want Max had het ook koud gehad. Soms rollen de woorden mijn mond uit en luister ik er zelf verbaasd naar.
Eerlijkheidshalve moet ik wel vertellen dat ’s avonds Max McGyver door zijn stoel zakte. En kijk, daar kwamen de dingetjes van pas. Met zijn zakmes zaagde hij een stuk van een haring af en stak die in de doormidden geknakte poot. Met een scheerlijn en tape zat de boel weer aan elkaar. Ik had gewoon een nieuwe stoel gekocht, das dan mijn luie stijl. Of binnen gaan zitten en wisselen wie er in de overgebleven stoel mag gaan zitten. Of munt opgooien en kop of munt zeggen (ik verlies altijd dus liever niet het lot tarten, nee Max jij bent door die stoel gezakt dus ….). Maar wat Max doet is natuurlijk veel charmanter, gewoon in een geplakte stoel blijven zitten en maar hopen dat het goed gaat.

Voor we woensdag weer richting Melbourne gingen rijden eerst nog even een bezoek gebracht aan Tarra Valley in het Tarra Bulga National Park. Over een mooi kronkelweggetje naar boven, twee kleine watervallen gezien en in het park heel veel varenbomen, mos, schimmels en zwammen. Een wandeling gemaakt en genoten van alle tinten groen en kabbelend water. Maar het rook er nat en rot en het was er koud en vochtig. Op een gegeven moment was het er zo donker dat ik er somber van werd. Daar kon het regenwoud natuurlijk niets aan doen, dat lag aan mij. Naar de zon ….. en wel nu!
In dit park heeft trouwens de eerste vrouwelijke ranger gewerkt van 1952 tot 1963, haar naam was Kara Healy.

Na de woensdagrit zijn we aanbeland op Phillip eiland, dat ligt onder Melbourne. Hier blijven we drie nachten. Een drukke camping, veel mensen, auto’s die tot laat voorbij rijden, das effe wat anders. Maar woensdag was het er warm en voor de verandering gingen we eens wat later naar bed dan de kippen op stok gaan. Met blote voeten buiten zitten, wel helemaal in de Autan uit het laatje van Max, want we hebben muggen (niet veel hoor).
Donderdag zijn we nog verkast, want wij staan graag alleen en liefst zo ver mogelijk van de toiletten af! De gespierde kuiten komen deels van alle gelopen meters naar wc en douche.

Met de camper op stap gegaan en dat is handig. Je hoeft niet te denken of je alles bij je hebt want dat zit gewoon in de bus. Met een boot vanaf Cowes naar Seals Rocks, het pelsrobbeneiland, gevaren. Het was een woeste zee, er moest toch een pil tegen zeeziekte aan te pas komen. Max niet, die zat gewoon voorop het schip en vloog af en toe een stukje de lucht in. De veiligheidsinstructies hadden ons verteld wat we moesten doen als er iemand overboord zou slaan, ik begrijp nu waarom. Niet roepen maar wijzen, dat is het.
Afijn, bij de pelsrobben was de zee rustig en hebben we een half uur mogen genieten van de enorme populatie (het zijn er geloof ik zo’n zevenduizend) in hun natuurlijke habitat. Op de terugweg was de zee kalmer en kon ook ik weer voor op de boot zitten.

Als je op Phillip eiland bent, moet je naar de Pinguïn parade. Na zonsondergang komen daar de kleine, blauwe pinguïns aan land en zoeken hun legers op in de duinen. Eerst nog even eten gekookt onderweg want ook dat hadden we natuurlijk bij ons. Handig hoor zo’n camper. Koken en uitzicht op een alweer weergaloos mooie lucht. De zee glinsterde kalm en leek in niets meer op de onstuimige golven die ons eerder die middag vervoerden.

Ik zag vanaf onze kooklocatie wel heel veel auto’s, bussen en touringcars langsrijden. Als die ook maar niet allemaal naar de pinguïns gaan. En ja hoor, ze gingen er allemaal heen.
Om een lang verhaal heel kort te houden, ik vond het een verschrikkelijke vertoning. Ik heb een hekel aan dierentuinen en ook aan circussen. Wilde dieren moeten vrij leven, de beste kooi is geen kooi.
Van te voren dacht ik nog dat het goed was om deze wilde pinguïns op deze manier te beschermen. Maar toen was de fanfare nog niet langs geweest.
Vijf parkeerplaatsen, tribunes op het strand (je moet weten die pinguïns zijn 30 tot 40 cm. hoog) op diverse plaatsen, je kon vier verschillende soorten kaartjes kopen, er was een winkel, een restaurant en heel veel toeristen van allerlei pluimage (de meesten kwamen uit al die touringcars en busjes). Wij schatten dat er wel 500 mensen rondliepen. Het was donker en de pinguïns kwamen uit de zee het strand op in kleine groepjes. In het donker zag je een schim van ze. En of dit alles niet genoeg is werden ze ook nog met loopbruggen en licht gevolgd. Oh, ik hoopte zo dat ze zouden beslissen ergens anders aan land te gaan.
En al die mensen, er werd wel tig keer werd gevraagd om stil te zijn en niet te fotograferen maar dat was tegen dovemans oren gezegd. Het kwam in feite neer op het gemiddelde pretpark niveau.
Wij schaamden ons en zijn weggegaan. Waarom moet dit zo vraag ik me af. Is er dan geen andere manier om fondsen te werven en de pinguïns te beschermen? Met een enorme kater reden we in het pikkedonker terug naar de camping. In één keer gevonden, dat dan weer wel.

Vrijdag was het gelukkig weer grijs en koudachtig, ik ging het al missen. Een wandeling door een mangrovebos gemaakt en de koala’s bezocht. Die worden ook beschermd, er zijn er op Phillip eiland nog 40, ooit waren er 1000.

Morgen gaan we weer verder. Het was fijn om een paar dagen op dezelfde plaats te zijn. Zoveel kleuren, geuren en luchten. Het past soms niet altijd in mijn hoofd. Reizen maakt je hart licht maar je hoofd vol.
Vanmiddag in het mangrovebos rook ik de eucalyptusbomen, voor mij rook het als eau de cologne gevuld met liefde. Ik moest aan mijn oma denken. Of was het omgekeerd en dacht ik aan mijn oma en rook ik toen weer die geur. Want eucalyptusbomen ruiken echt niet naar mijn oma. Dat doet dit ontzagwekkende land ook met mij, ik herinner mij wie ik was en laat me dromen over waar ik naar toe wil. Voor morgen is dat duidelijk, weg van hier!

PS: Na de wandeling door het mangrovebos zei Max (Birdman) Dundee: Heb je die slang gezien?
Nee, ik had geen slang gezien. Was ik dus strak langs een Copperhead slang gelopen met m’n hoofd in de wind en ogen naar de hemel. Max Dundee, sporenzoeker, kijkt natuurlijk naar de grond. En denk je dat tie doorliep? Nee, hij bleef staan en nam een aantal foto’s. Wat zal ik nog meer zeggen?

Nog twee weken in dit prachtige land en dan gaan we naar Nieuw Zeeland. Morgen via Melbourne naar the Great Ocean Road!

10 Reacties

  1. Tineke van de pas:
    26 februari 2017
    Leuk jullie ervaringen te lezen, maar ik hoop dat jullie wel gauw een zonnetje te zien krijgen en het warmer wordt. Dan is de wereld weer een beetje aantrekkelijker. gisteren alvast je vader zijn verjaardag gevierd. Heel gezellig en weer leuk iedereen te zien. Maar ook hier werd je naar binnen gewaaid en zocht je de warmte. Nog veel plezier
  2. Marijke B:
    26 februari 2017
    De tijd gaat snel. Leuk om jullie belevenissen te volgen.
    Hoop dat weer goed blijft. Want zo te horen hebben jullie een stukje Nederland qua weer meegenomen. Hier na een een stormachtige dag weer droog maar koud. Misschien goed dat je zoveel kleding hebt meegenomen, kan je laag over laag aantrekken als je het koud hebt.
    Lieve groeten
  3. Marjolijn van pelt:
    26 februari 2017
    Ali wat kan je toch leuk schrijven, ik geniet van jullie belevenissen. al hoop ik wel dat het beter weer wordt. en wel goed oppassen voor slangen en spinnen he.
    Fijne voortzetting en veel liefs. Ik vond het super lief dat jullie aan frans zijn verjaardag dachten, terwijl jullie zo tijdloos rondzwerven,en ook fijn jullie even te horen. BIG HUG.
  4. W.G.v.Dr.:
    26 februari 2017
    Al genoeg reacties op je goede verhalen echt mooi om ze te lezen hoor, hier alles nog goed op de Tournooi tot van morgen ik dacht hee toch een inbreker maar nee het was je broer Kees die was wezen inspecteren ( gelukkig had ik net alle post netjes op de afgesproken plaats neer gelegd, en mijn wekelijkse ronde gedaan.) Hij zwaaide ons nog gedag zonder commentaar dus het zal wel goed zijn geweest. Wij wensen jullie nog veel reisplezier groetjes van Corry en Wim.
  5. Aria:
    26 februari 2017
    Wat een mooie verhalen!! Hopelijk komt de zon en warmte snel jullie kant op (of gaan jullie er gewoon naartoe!). XxxX
  6. Henk en Marianne Blom:
    26 februari 2017
    Wat een mooie reis ! En wat zien jullie veel ! We genieten mee door kleurrijke verhalen.
  7. Mieke:
    26 februari 2017
    Wat schrijf je toch boeiend en beeldend, Ali. Ik zie alles levendig voor me. Hummie is een goede naam. Ik moest wel denken aan Hummer. Maar goed. Het klinkt als een prachtig land, het waard om te bezoeken. Nog heel veel plezier.
  8. Lia:
    26 februari 2017
    Ali, zo gelukkig weer goed internet om je verhalen te plaatsen. Leuk geschreven weer hoor! Wat betreft de blaasontsteking, ook onderweg regelmatig gaan plassen.....Ik had het in Amerika en voordat ik daar medicijnen had....dacht minstens dat ik geopereerd moest worden zo uitgebreid waren ze alles aan het onderzoeken incl. Bandje om mijn pols. Nou veel plezier en tot je volgende verhaal
  9. Corneel:
    26 februari 2017
    Hoi Ali en Max,

    Fijn om dit allemaal zo te lezen. Jullie doen mooie indrukken op zo samen.

    Blijf vooral genieten!

    Groetjes,
    Corneel
  10. Trees:
    26 februari 2017
    I am glad at you are "stopping to smell the roses". It was very ambitious to go all the way to Adelaide. You have to leave something for next time.