Koffer

5 april 2017 - Turangi, Nieuw-Zeeland

Travelling light

Ik ga op reis en ik neem mee……...
Thuis twijfelde ik nogal over welk opbergding ik zou gebruiken om mijn spullen in mee te nemen. Mijn rugzak ligt al jaren stoffig weg te kwijnen in de kast, ik was te lui om te kijken of tie nog in orde was. Dus alles ingepakt in mijn paarse koffer, waar ik alles bij elkaar zo’n twintig kilo in verstopte. Natuurlijk had ik mijn rugzak of een reistas mee moeten nemen en slechts de helft van alles wat ik nu bij me heb. Onderweg of op de luchthaven kijk ik altijd gefascineerd naar mensen die enorm losjes licht reizen, met een piepklein rugzakje op de rug en nog wat handbagage op de borst en er dan toch keurig verzorgd uitzien. Die weten blijkbaar van combineren of hebben de nieuwste lichtgewicht snufjes bij zich of kopen onderweg steeds nieuwe spullen. Ik denk dat ik dan, stel dat ik licht zou reizen, bij de laatste categorie zou horen.

Met mijn rugzak heb ik mooie reizen beleefd. Door Indonesië heen, Griekenland een aantal keer, Thailand, nog een keer Indonesië, Laos, Cambodja, een aantal landen in Afrika. Licht reizen was toen ook al het credo.

Mijn rugzak kan verhalen vertellen, had ik ze maar opgeschreven denk ik nu. Ergens heb ik nog wel wat schriftjes liggen met wat vakantieschrijfkrabbels. En met vakantiegedichten en gewone gedichten. Vroeger had ik blijkbaar meer inspiratie en kon ik mezelf nogal makkelijk poëtisch uiten. Liedjes deed ik ook aan, en kleine cabaretachtige sketches. Ergens onderweg in mijn leven is dat in het valies, zie later, geraakt en goed onderin verborgen.
Mijn rugzak laat mij even denken aan het mooiste zomerjurkje wat ik ooit heb gehad. Gekocht op Bali en vergeten op een eilandje tussen Lombok en Bali.
En ik weet nu ook weer even dat toen een tent en een rugzak en een matje en de rest in die rugzak pasten, dus lichter reizen heb ik wel gekund en aangedurfd.

Naast mijn fysieke koffer heb ik nog een andere koffer bij me, ik noem het maar even mijn levensvalies. Zestig jaar verpakt in een fysiek onzichtbaar valies maar o zo aanwezig. Wat mij tot mij maakt zit in het valies en reist met me mee waar ik ook ga. Het draagt soms licht en soms zwaar. Het ruikt naar een frisse lente en naar een krachtige herfst met daartussenin ook van alles.
Ik ben altijd benieuwd wat er op vakantie in het valies gebeurt. Worden de kleuren zonniger, duiken oude verhalen weer op? Klopt oud of jong verdriet even aan? Zien ideeën het licht of blijven ze in het donker? Zeker tijdens het rijden in de camper deinen mijn gedachten mee met de cadans van de wielen.

We hebben trouwens weer flink wat gereden. Ik heb niet veel geschreven of had niet veel zin in schrijven omdat uit de bodem van het valies iets ouds en nieuws opdook wat me danig heeft bezig gehouden. Zoals ik al dacht maakt reizen niet dat wat er was er niet meer is. Maar ik heb het afgestoft en een nieuw plekje in het valies gegeven waar het voor nu kan rusten.
En ik heb natuurlijk Max bij me, mijn held en steunpilaar. Dat scheelt enorm. Maar de pen bleef roerloos, zo gaat dat dan blijkbaar bij mij.

Maar toch even, zeker voor mijn eigen status, de tochten die we gemaakt hebben:

De laatste dagen op het Zuidereiland:
Maandag 26 maart: van Cable Bay, Takaka Hill (erg steil), naar Wharariki.
Dinsdag 27 maart: van Wharariki naar Pohara aan de Golden Bay. Hier bleven we 2 nachten en hadden we mooi weer tot het woensdagmiddag ging regenen.
Donderdag 30 maart: van Pohara via Nelson (bezoek aan museum) naar Havelock.
Vrijdag 31 maart: van Havelock naar Picton, de boot geboekt om zaterdag over te varen naar het Noordereiland.

Naar het Noordereiland:
Zaterdag 1 april: van Picton naar Wellington, harde wind!
Zondag: Bezoek aan Wellington, museum of New Zealand bezocht, naar camping in Martinborough. Begin van de ernstige regenval, door overwaaien van de resten van orkaan Debbie uit Australië.
Maandag 2 april: Op bezoek bij een neef van mijn moeder in Masterton.
Voor de regen gevlucht en geslapen in een motel in Palmerston North.
Dinsdag 3 april: Door verschrikkelijk slecht weer, veel regen en harde wind naar Turangi bij Lake Taupo gereden. Daar voor 2 nachten een huisje gehuurd. Het is echt ernstig slecht weer, het regent nu dus al 3 dagen achter elkaar. Sommige wegen zijn afgesloten of hebben een negatief reisadvies.

De camping die we hadden in Wharariki was echt met een hele grote voorsprong de smerigste en vreemdste camping die we hadden. Dumptoiletten (ik had nog zo gezegd dit niet meer te doen) vol met zandvliegen. Echt zo vol dat je bijna door de vliegen de wc niet meer zag. Ik heb het geweten want voor het eerst zat ik onder zandvliegbeten. En dat jeukt! En dat duurt! Het schijnt dat ze niet alleen bloed zuigen maar ook urine spuiten en als je dan jeukt de urine zich over je huid verspreidt en je dus de jeukplek daarmee vergroot. Zandvliegurine, bedankt!
Er liepen twee paarden los over de camping die alles van je tafel zwiepten en dus ook gewoon zo ongeveer naast je camper hun poep lieten vallen. Ochtends was vooral het zwarte paard niet weg te krijgen, iedereen ging binnen ontbijten want anders was je je ontbijt kwijt. Maar dit paard ging niet weg en bleef voor de deur staan zodat je de camper niet uit kon. En er was ook een hond die onze banden uitermate geschikt vond om tegenaan te plassen. De twee pauwen liepen gewoon voorbij. De keuken was ook vol met gewone vliegen en zandvliegen. En by the way het zwarte paard liep hier zo naar binnen! Geen paard in de gang maar in de keuken. En alles was gewoon vies. Behalve de natuur, het was er heel mooi. Maar we hadden het te druk met vliegen en paarden om dat te kunnen zien. We hebben de camping goed afgekraakt in de Wikicamps app. Zelfs Max vond het niks, dus dat zegt wat.
We waren zo van slag dat we heel lang koffie moesten drinken in Takaka en wel 2x een taartje moesten eten. Daarna ging het wel weer.
We waren heel blij met de mooie, schone camping in Pohara en ik was heel blij om de golven weer te horen. We sliepen zo ongeveer op het strand, dus dat kwam goed. Eb en vloed gaf hier wel een verschil van 200 meter strand te zien.

We hebben nog een aantal musea bezocht en over mooie wegen gereden. De natuur blijft boeien en kan na iedere bocht heel anders zijn.

Het bezoek aan de neef van mijn moeder, Adriaan Vermij (een zoon van een broer van mijn opa Vermij) vond ik heel bijzonder. Adriaan is nu 87 jaar en is op 25-jarige leeftijd naar Nieuw Zeeland vertrokken met zijn aanstaande vrouw. Ze waren niet getrouwd vertelde hij omdat als je als echtpaar emigreerde je een huis moest hebben en als je alleen kwam niet. Waarom hij precies naar Nieuw Zeeland is gegaan heb ik niet begrepen. Wel was het zo dat er veel Nieuwzeelandse mannen waren gedood in de 2e wereldoorlog (ze vochten overzee) en er behoefte was aan werkkrachten. Adriaan was een hele goede timmerman, hij liet nog foto’s zien van de huizen die hij heeft gebouwd. De meeste huizen hier hebben een skelet van hout en dat was zijn werk. Met de hand een houtskelet maken.
Ik had hem nog nooit ontmoet en we stonden ook zo maar bij hem voor de deur. Adriaan heeft tot verleden jaar nog in zijn eigen (door hemzelf gebouwde) huis gewoond maar nu woont hij in een bejaardentehuis. Na de eerste verwondering over ons bezoek (mijn neef Gejo was verleden jaar bij hem op bezoek geweest en zo wist ik dus van zijn bestaan) vond hij het heel erg leuk om visite te hebben uit Holland. Of hij heimwee had naar Holland? Hij gaf daar niet echt antwoord op. Zijn kleine kamertje was gevuld met foto’s uit zijn leven hier. Een paar dingen herinnerde aan Holland, een schilderijtje van het stadhuis in Gouda en wat Delfts blauw.
Mij raakte het dat hij zo alleen was, zo in dat bejaardentehuis in dat kleine kamertje. Hijzelf keek met veel voldoening terug op zijn leven. Heel stilletjes liet hij vallen dat hij het wel genoeg vond geweest, het leven. En daar hadden Max en ik nu geen antwoord op.
Ik vond hem aardig en we namen met veel respect afscheid van hem.

Het is nu woensdag 5 april en het regent al drie dagen non stop. De nasleep van orkaan Debbie die vanuit Australië over de Tasman zee hierheen gewaaid is. En het is nog niet over als we het goed begrijpen. Morgen gaan we toch weer met de camper op stap, we zien het wel. Even goed lezen waar we wel en niet heen kunnen. Hopelijk stroomt de regenlucht weg, de verwachting is wel dat het vanaf vrijdag droog is.

De laatste anderhalve week is voorbijgegaan en ik was er niet helemaal bij. Mijn ogen keken wel maar zagen niet veel.
De laatste dagen verhinderde bovendien een gordijn van regen dat mijn ogen wat zagen. We reden door landschappen met prachtige kleuren en begroeiing, denken we. We passeerden drie vulkanen maar zagen er niets van.
Hopelijk klaart de regen op en kijken mijn ogen weer mee. Het oude verhaal is netjes opgeborgen en er is weer volop ruimte voor een nieuw.

Tijd om met een licht valies verder te reizen!

3 Reacties

  1. Rian:
    5 april 2017
    Ach dat is mooi, oude dingen oprakelen en een nieuwe plek geven. Zulke vreselijke campings geven wel de mooiste verhalen!
    Regen wel jammer, maakt wereld kleiner. Maar jullie genieten toch wel!
  2. Sarah:
    7 april 2017
    Lieve lieve Ali, pff dat is me wat. Wij maar genieten van je prachtig beschreven reisverhalen en daar moest jij plots een 'zware' luchtkoffer sjouwen.....
    Wat reizen al niet met je kan doen. Groots en meeslepend is het.
    Sterk van je dat je luchtkoffer inmiddels wat minder zwaar aanvoelt.
    Geniet van elke mooie seconde en volgens mij zie ik de zon :-).
    Lieve groet Sarah.
  3. Jet Hoenders:
    7 april 2017
    Travelling light, clears the sight.wat een mooi museum in Wellington he! Dank Ali, voor je prachtige schrijfsels. Veel liefs uit Olst