Na regen komt zonneschijn
12 februari 2017 - Green Patch, Australië
Woensdag 8 tot en met vrijdag 10 februari
Gewekt worden door een concert van krekels. Uit de deur van de camper komen en omgeven zijn door prachtige bomen en een ruisende wind. Gezang horen van onbekende vogels. Groen zien en helaas een grijze lucht. Maar het was droog. Ik kon mijn geluk niet op, wat een prachtige plek is dit.
Max had gisteravond in de meer dan stromende regen nog een luifel opgehangen en bevestigd waardoor het binnen in de camper droog bleef. Daardoor hadden we ook wat waslijnen en konden we alle natte kleren te drogen hangen.
Stil zitten en kijken en luisteren. Dat is wat we de eerste uren hebben gedaan.
Verder hebben we rondgedwaald en kwamen we toch wat bijzondere dingen tegen.
Bij de toiletten hangt een poster waarop staat dat er tussen december en maart haaien in de baai kunnen zwemmen. Kijk dus goed uit was het advies.
Ook kunnen er twee soorten slangen op de camping rondsluipen, de ene bijt wel maar is niet giftig en aan de bijt moet je wel wat laten doen. De andere bijt en is ook giftig maar je gaat er niet dood aan maar je moet wel naar het ziekenhuis. Goed om te weten …….
Bij de opgang naar het strand hangt een poster dat er Portugese oorlogsschepen in de zee zitten. Dat zijn kwallen waar je maar beter niet mee in aanraking kunt komen, het advies is om als de aanraking er toch is je 20 minuten onder een hete douche moest gaan staan (zal hier niet meevallen op de camping want de heet water voorziening is nogal wisselend). We moesten dus nog aan onze eerste wandeling beginnen!
Het strand is prachtig en het zand is heel fijn wit schelpenzand. Het piept als je er op loopt. De zee ziet er echt verleidelijk uit, de golven rollen majestueus af en aan en het blauw is aanlokkelijk maar geen haar op mijn hoofd die aan zwemmen denkt. Ik stap wel onder de douche als ik het heet heb. De koude douche welteverstaan want tie doet het wel heel goed.
Woensdag was de lucht nog grijs maar donderdag, vandaag, was het blauw van de hemel weer terug. Dat maakte het strand nog witter en de zee nog groen-blauwer. De lucht was volgetekend met slierten wit, die het ene moment het blauw van de hemel verstopten en het later weer groots teruggaven.
Onze camping staat op Aboriginal land. We lezen op een bord bij de opgang van park en strand (fijn die borden trouwens, je neemt een foto en je weet later nog waar je geweest bent. Zoveel indrukken, te veel om te onthouden. Maar dankzij de borden kom ik een heel eind. En de reisgids zo af en toe):
Op 15 december 1995 is het Jervis Bay National Park teruggeven aan haar oorspronkelijke eigenaren, The Aboriginal People of Wreck Bay.
“Walawaani njiniwan njin
Umbarra-waraga dhugan
Welcome you all here
This is home of many ducks”.
Wij als bezoekers worden welkom geheten en verzocht : Please we would ask that you take care for our land, waters and wildlife.”
Het maakt mij even stil, dit verzoek. Het zou normaal moeten zijn om het land, het water en de dieren met zorg te behandelen. Helaas is dat in onze wereld niet zo. Laat ik in ieder geval mijn voetstap zo klein mogelijk houden, ook ik ben hier op aarde maar een tijdelijke bezoeker.
Tien meter van onze camper af is een graf. Tja. In dit graf is in juli 1887 Harriet Parker begraven, 19 jaar oud. Zij werd per ongeluk door haar vriendin Kate Gibson doodgeschoten. Het graf was er eerder dan de camping, maar ik begrijp niet goed waarom zij op deze plaats begraven is. Er stond hier een vuurtoren waar haar vader assistent vuurtoren wachter was. Misschien daarom? Iedere keer als wij naar de toilet of douche gaan passeren wij haar graf. Dood omgeven door leven.
Max is helemaal in zijn nopjes met alle vogels en andere dieren die hier zijn. Een half uurtje geleden stond er ineen een opossum achter mijn stoel, volgens mij bonkte die vannacht ook op de dak van onze camper. Er lopen kangoeroes en walibi’s rond, het verschil heb ik nog niet helemaal onder de knie.
En dan de vogels, laten we die niet vergeten. Op de eerste dag gaf Max brood (natuurlijk staan er overal borden om de dieren niet te voederen, dat ze daar ziek van worden, dat het hun voedsel niet is, etc. ) aan een soort papegaaien, nou in twee tellen zat hij helemaal onder de vogels. Er is een vogel die krijst als een verwend kind, een vogel die zingt alsof het alarm afgaat, een vogel die heel hard spottend lacht, er zijn kleine vogeltjes met een mus-achtig uiterlijk maar met een andere staart, en nog veel meer vogels waarvan ik ook de namen niet ken. Max vindt ze allemaal geweldig. Als ik al een serieus gesprek met hem zou willen hebben is het hopen dat er geen vogel opduikt want dan is het gedaan met de aandacht. Ook in een niet serieus gesprek trouwens.
Het is fijn om hier te zijn en even stil te staan om te kunnen aarden. Te wennen aan de camper en aan het zangerig accent van onze Australische buren. Om korte praatjes te houden en dan weer verder te gaan. Te zien wat voor stoere daktenten en hippe kampeervoertuigen de andere kampeerders bij zich hebben. En tot ’s avonds heel laat te ruiken wat er op de barbecues wordt klaar gerookt.
Het is een goed leven, het is een mooi leven. Morgen gaan we weer verder. Op naar Canberra, naar de familie van Max.
Max: Hee ik zie sterren. En de maan is rond, dus volle maan?
En weg is tie, sterren kijken….
Gewekt worden door een concert van krekels. Uit de deur van de camper komen en omgeven zijn door prachtige bomen en een ruisende wind. Gezang horen van onbekende vogels. Groen zien en helaas een grijze lucht. Maar het was droog. Ik kon mijn geluk niet op, wat een prachtige plek is dit.
Max had gisteravond in de meer dan stromende regen nog een luifel opgehangen en bevestigd waardoor het binnen in de camper droog bleef. Daardoor hadden we ook wat waslijnen en konden we alle natte kleren te drogen hangen.
Stil zitten en kijken en luisteren. Dat is wat we de eerste uren hebben gedaan.
Verder hebben we rondgedwaald en kwamen we toch wat bijzondere dingen tegen.
Bij de toiletten hangt een poster waarop staat dat er tussen december en maart haaien in de baai kunnen zwemmen. Kijk dus goed uit was het advies.
Ook kunnen er twee soorten slangen op de camping rondsluipen, de ene bijt wel maar is niet giftig en aan de bijt moet je wel wat laten doen. De andere bijt en is ook giftig maar je gaat er niet dood aan maar je moet wel naar het ziekenhuis. Goed om te weten …….
Bij de opgang naar het strand hangt een poster dat er Portugese oorlogsschepen in de zee zitten. Dat zijn kwallen waar je maar beter niet mee in aanraking kunt komen, het advies is om als de aanraking er toch is je 20 minuten onder een hete douche moest gaan staan (zal hier niet meevallen op de camping want de heet water voorziening is nogal wisselend). We moesten dus nog aan onze eerste wandeling beginnen!
Het strand is prachtig en het zand is heel fijn wit schelpenzand. Het piept als je er op loopt. De zee ziet er echt verleidelijk uit, de golven rollen majestueus af en aan en het blauw is aanlokkelijk maar geen haar op mijn hoofd die aan zwemmen denkt. Ik stap wel onder de douche als ik het heet heb. De koude douche welteverstaan want tie doet het wel heel goed.
Woensdag was de lucht nog grijs maar donderdag, vandaag, was het blauw van de hemel weer terug. Dat maakte het strand nog witter en de zee nog groen-blauwer. De lucht was volgetekend met slierten wit, die het ene moment het blauw van de hemel verstopten en het later weer groots teruggaven.
Onze camping staat op Aboriginal land. We lezen op een bord bij de opgang van park en strand (fijn die borden trouwens, je neemt een foto en je weet later nog waar je geweest bent. Zoveel indrukken, te veel om te onthouden. Maar dankzij de borden kom ik een heel eind. En de reisgids zo af en toe):
Op 15 december 1995 is het Jervis Bay National Park teruggeven aan haar oorspronkelijke eigenaren, The Aboriginal People of Wreck Bay.
“Walawaani njiniwan njin
Umbarra-waraga dhugan
Welcome you all here
This is home of many ducks”.
Wij als bezoekers worden welkom geheten en verzocht : Please we would ask that you take care for our land, waters and wildlife.”
Het maakt mij even stil, dit verzoek. Het zou normaal moeten zijn om het land, het water en de dieren met zorg te behandelen. Helaas is dat in onze wereld niet zo. Laat ik in ieder geval mijn voetstap zo klein mogelijk houden, ook ik ben hier op aarde maar een tijdelijke bezoeker.
Tien meter van onze camper af is een graf. Tja. In dit graf is in juli 1887 Harriet Parker begraven, 19 jaar oud. Zij werd per ongeluk door haar vriendin Kate Gibson doodgeschoten. Het graf was er eerder dan de camping, maar ik begrijp niet goed waarom zij op deze plaats begraven is. Er stond hier een vuurtoren waar haar vader assistent vuurtoren wachter was. Misschien daarom? Iedere keer als wij naar de toilet of douche gaan passeren wij haar graf. Dood omgeven door leven.
Max is helemaal in zijn nopjes met alle vogels en andere dieren die hier zijn. Een half uurtje geleden stond er ineen een opossum achter mijn stoel, volgens mij bonkte die vannacht ook op de dak van onze camper. Er lopen kangoeroes en walibi’s rond, het verschil heb ik nog niet helemaal onder de knie.
En dan de vogels, laten we die niet vergeten. Op de eerste dag gaf Max brood (natuurlijk staan er overal borden om de dieren niet te voederen, dat ze daar ziek van worden, dat het hun voedsel niet is, etc. ) aan een soort papegaaien, nou in twee tellen zat hij helemaal onder de vogels. Er is een vogel die krijst als een verwend kind, een vogel die zingt alsof het alarm afgaat, een vogel die heel hard spottend lacht, er zijn kleine vogeltjes met een mus-achtig uiterlijk maar met een andere staart, en nog veel meer vogels waarvan ik ook de namen niet ken. Max vindt ze allemaal geweldig. Als ik al een serieus gesprek met hem zou willen hebben is het hopen dat er geen vogel opduikt want dan is het gedaan met de aandacht. Ook in een niet serieus gesprek trouwens.
Het is fijn om hier te zijn en even stil te staan om te kunnen aarden. Te wennen aan de camper en aan het zangerig accent van onze Australische buren. Om korte praatjes te houden en dan weer verder te gaan. Te zien wat voor stoere daktenten en hippe kampeervoertuigen de andere kampeerders bij zich hebben. En tot ’s avonds heel laat te ruiken wat er op de barbecues wordt klaar gerookt.
Het is een goed leven, het is een mooi leven. Morgen gaan we weer verder. Op naar Canberra, naar de familie van Max.
Max: Hee ik zie sterren. En de maan is rond, dus volle maan?
En weg is tie, sterren kijken….
Azijn is het beste tegen kwallen bijten.
Hoop dat je goed zaad aan de lorikeets heb gegeven.
Wat een mooire reis joh,echt te gek.
Liefs Nora
Zo fijn dat jullie genieten.Wat ik vanochtend probeerde te zeggen is,dat de lorikeets zonnebloem zaad heel erg lekker vinden.
En dat je niet al te veel bosbranden tegen komt.
Liefs Nora